Europese Commissie verleent vergunning voor in de handel brengen van MSD ZEPATIER™ (elbasvir/grazoprevir) voor de behandeling van chronische hepatitis C-infectie
KENILWORTH, N.J.–(BUSINESS WIRE)– MSD (handelsnaam van Merck & Co., Inc., Kenilworth, NJ, VS (NYSE: MRK)) heeft vandaag bekendgemaakt dat de Europese Commissie ZEPATIER™ (elbasvir/grazoprevir) met of zonder ribavirine (RBV) heeft goedgekeurd voor de behandeling van chronische hepatitis door besmetting met het C-virus (HCV) genotype (GT) 1 of GT4 bij volwassenen. ZEPATIER is de eenmaal-daagse, vaste-dosiscombinatietablet van MSD met de NS5A-remmer elbasvir (50 mg) en de NS3/4A-proteaseremmer grazoprevir (100mg). Deze goedkeuring houdt in dat ZEPATIER-tabletten in de handel mogen worden gebracht in de 28 lidstaten van de Europese Unie en de lidstaten van de Europese Economische Ruimte (IJsland, Liechtenstein en Noorwegen). MSD blijft zich inzetten voor het leveren van meer producten op de EU-markt: het bedrijf zal naar verwachting tussen het vierde kwartaal van 2016 en het eerste kwartaal van 2017 starten met een reeks nieuwe lanceringen, die gedurende 2017 in de hele EU zal worden voortgezet.
“De goedkeuring van ZEPATIER in de Europese Unie, nadat dit middel eerder dit jaar al is goedgekeurd in de Verenigde Staten en Canada, is een belangrijke stap op weg naar een nieuwe, effectieve behandeling voor miljoenen mensen die besmet zijn met het hepatitis C-virus genotype 1 of 4,” aldus Dr. Roger M. Perlmutter, President, Merck Research Laboratories, een in de VS gevestigde divisie van Merck & Co., Inc., Kenilworth, NJ, VS. “ZEPATIER is de meest recente vooruitgang die MSD heeft geboekt in zijn al meer dan 30 jaar durende inspanningen om de effecten van hepatitis C-virusinfectie te bestrijden en zo de last van deze ziekte rond de wereld te verminderen.”
Duizenden chronische HCV-patiënten wereldwijd namen deel aan het ZEPATIER klinische ontwikkelingsprogramma, waarin ook patiënten met bekende behandelingsproblemen waren opgenomen, zoals patiënten met gecompenseerde cirrose en patiënten voor wie de behandeling met peginterferon plus RBV, met of zonder een HCV-proteaseremmer, niet had gewerkt. In de studies werd totale aanhoudende virologische respons (SVR) 12 weken na afloop van de behandeling (SVR12, beschouwd als virologische genezing gebaseerd op niet-detecteerbare HCV RNA-niveaus) bereikt bij 96 procent (301/312) van de patiënten met chronische HCV GT1b-infectie die gedurende 12 weken waren behandeld met ZEPATIER. Bij patiënten met chronische HCV GT1a-infectie bereikten 93 procent (483/519) en 95 procent (55/58) genezing na behandeling met respectievelijk ZEPATIER gedurende 12 weken of ZEPATIER plus RBV gedurende 16 weken. Bovendien bereikten 94 procent (61/65) en 100 procent (8/8) van de patiënten met chronische HCV GT4-infectie genezing na behandeling met respectievelijk ZEPATIER gedurende 12 weken of ZEPATIER plus RBV gedurende 16 weken.
Chronische HCV-infectie, veroorzaakt door een door bloed overgedragen virus, is een groot probleem voor de volksgezondheid en treft wereldwijd meer dan 170 miljoen mensen, van wie 15 miljoen in Europa. Van de zes genotypen van chronische HCV-infectie is GT1 de meest voorkomende in Europa, verantwoordelijk voor ongeveer 66 procent van de gevallen, en GT1b-infectie is het meest voorkomende sub-genotype in de meeste Europese landen. Bovendien is de prevalentie van GT4-infectie aan het toenemen in Europa.
“Gezien de complexiteit van chronische hepatitis C is het essentieel om te beschikken over een verscheidenheid aan effectieve behandelingsopties om te garanderen dat de diverse typen patiënten de grootst mogelijke kans op genezing hebben,” verklaarde professor Rafael Esteban, MD, hoofd van de afdeling Interne geneeskunde en leveraandoeningen van het Hospital Universitario Val d’Hebron, Barcelona, Spanje, en hoogleraar geneeskunde aan de Universidad Autonoma de Barcelona. “In klinische studies heeft ZEPATIER hoge genezingspercentages bereikt bij uiteenlopende patiënten met chronische hepatitis C door besmetting met genotype 1 of 4 – van patiënten die niet eerder behandeld werden, tot velen van degenen wier chronische HCV-infectie historisch moeilijk te behandelen is. Het biedt daarmee een belangrijke nieuwe optie in de strijd tegen deze wereldwijde volksgezondheidsepidemie.”
Een eenmaal daags regime gedurende 12 weken wordt aanbevolen voor patiënten met chronische HCV GT1- of GT4-infectie. Voor bepaalde patiënten moet een regime van ZEPATIER plus RBV gedurende 16 weken worden overwogen. De aanbevolen regimes en de duur van de behandeling met eenmaal-daagse ZEPATIER bij chronische HCV-patiënten met of zonder gecompenseerde cirrose (alleen child-pugh A) zijn opgenomen in de onderstaande tabel. Er zijn geen dosisaanpassingen vereist wanneer ZEPATIER wordt gebruikt met zuurreducerende middelen.
HCV Genotype | Behandeling en duur | ||
GT1a |
ZEPATIER gedurende 12 weken ZEPATIER gedurende 16 weken plus RBV* moet worden overwogen bij patiënten |
||
GT1b | ZEPATIER gedurende 12 weken | ||
GT4 |
ZEPATIER gedurende 12 weken ZEPATIER gedurende 16 weken plus RBV* moet worden overwogen bij patiënten met |
||
*In de klinische studies was de dosis van RBV gebaseerd op gewicht (< 66 kg = 800 mg/dag, 66-80 kg = 1000 |
|||
‡Tot NS5A-polymorfismen, die zorgden voor ten minste een 5-voudige verlaging van activiteit van elbasvir, behoren L/M28T/A, |
“Uitbreiding van het behandelingslandschap is altijd zinvol voor de patiëntengemeenschap, aangezien we na de vorderingen die in de afgelopen jaren zijn geboekt, verder blijven werken om de kennis van chronische hepatitis C wereldwijd te vergroten en het te behandelen,” gaf Charles Gore, President, World Hepatitis Alliance, te kennen. “Concurrentie helpt de dialoog te voeden en ervoor te zorgen dat mensen weten dat chronische hepatitis C te behandelen is. Met nieuwe behandelingsmogelijkheden kunnen meer patiënten wellicht genezing bereiken en hopelijk hun verhalen delen om anderen te inspireren om zich ook te laten behandelen.”
ZEPATIER klinisch testprogramma
De werkzaamheid en veiligheid van ZEPATIER werden in acht klinische studies bij ongeveer 2000 patiënten onderzocht. Het ontwikkelingsprogramma was erop gericht ZEPATIER te bestuderen bij diverse chronische HCV-patiënten, waaronder patiënten die werden behandeld met opioïdagonisten, patiënten met een chronische nierziekte en patiënten met een HCV/HIV-1 co-infectie. Het primaire eindpunt voor de werkzaamheid was in alle studies SVR12. Hieronder volgt een overzicht van de studies. Zie voor de volledige studiegegevens de samenvatting van de productkenmerken op http://ec.europa.eu/health/documents/community-register/2016/20160722135308/anx_135308_en.pdf.
Studie | Patiëntenpopulatie | Groepen en duur | |||
C-EDGE TN (dubbelblind) |
GT1, GT4 of GT6 TN +/- |
|
|||
C-EDGE |
GT1, GT4 of GT6 TN met |
|
|||
C-SURFER (dubbelblind) |
GT1 TN of TE met Fase 4 of |
|
|||
C-WORTHY (open-label) |
GT1 of GT3 TN +/- cirrose, TN met HCV/HIV-1 co-infectie |
|
|||
C-SCAPE (open-label) |
GT4 of GT6 TN zonder |
|
|||
C-EDGE TE (open-label) |
GT1, GT4 of GT6 TE +/- |
|
|||
C-SALVAGE (open-label) |
GT1 TE met HCV protease- |
|
|||
C-EDGE CO-STAR (dubbelblind) |
GT1, GT4 of GT6 TN in behandeling met |
|
|||
GT = genotype |
|||||
TN = niet eerder behandeld |
|||||
TE = voorbehandeld (mislukte eerdere behandeling met interferon [IFN] of peginterferon alfa [pegIFN] |
|||||
PK = farmacokinetisch |
|||||
*Elbasvir 50mg + grazoprevir 100 mg gelijktijdig toegediend als enkelvoudige middelen |
|||||
†RBV werd toegediend in een totale dagelijkse dosis van 800 mg tot 1400 mg op basis van het gewicht |
|||||
‡Mislukte voorafgaande behandeling met boceprevir, telaprevir of simeprevir in combinatie met pegIFN + RBV |
Belangrijke veiligheidsinformatie over ZEPATIER (elbasvir/grazoprevir)
ZEPATIER is gecontraïndiceerd bij patiënten die overgevoelig zijn voor de werkzame bestanddelen of voor een van de hulpstoffen en bij patiënten met matige of ernstige leverinsufficiëntie (child-pugh B of C). Gelijktijdige toediening van ZEPATIER met remmers van organische anion-transporterende polypeptide 1B (OATP1B) of met inductoren van cytochroom P450 3A (CYP3A) of p-glycoproteïne (P-gp) is ook gecontraïndiceerd.
Verhoogde late alanine transaminase (ALT) tijdens de behandeling houdt direct verband met de plasmablootstelling aan grazoprevir. Tijdens klinische studies met ZEPATIER met of zonder RBV ondervond < 1% van de proefpersonen verhogingen van ALT ten opzichte van de normale niveaus tot meer dan 5 maal de bovengrens van normaal (ULN). Hogere late ALT-verhogingen traden op bij vrouwen (2% [11/652]), Aziaten (2% [4/165]) en proefpersonen ≥ 65 jaar (2% [3/187]). Deze late ALT-verhogingen traden over het algemeen in of na behandelingsweek 8 op.
Lever-laboratoriumtests moeten worden uitgevoerd voorafgaand aan de behandeling, in behandelingsweek 8 en zoals klinisch geïndiceerd. Voor patiënten die 16 weken behandeld worden, moeten aanvullende lever-laboratoriumtests worden uitgevoerd in behandelingsweek 12. Patiënten moeten de instructie krijgen dat ze onmiddellijk hun arts raadplegen als ze last krijgen van vermoeidheid, zwakte, gebrek aan eetlust, misselijkheid en braken, geelzucht of verkleurde feces. Stopzetting van de behandeling met ZEPATIER moet worden overwogen als bevestigd wordt dat de ALT-niveaus meer dan 10 maal de ULN zijn. Behandeling met ZEPATIER moet worden gestaakt als de ALT-verhoging gepaard gaat met tekenen of symptomen van leverontsteking of verhoogde concentratie van geconjugeerd bilirubine, alkalische fosfatase of internationale genormaliseerde ratio (INR).
ZEPATIER bevat lactosemonohydraat. Patiënten met de zeldzame erfelijke aandoeningen galactose-intolerantie, Lapp-lactase-deficiëntie of glucose-galactose malabsorptie dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken. ZEPATIER bevat 3,04 mmol (of 69,85 mg) natrium per dosis. Dit moet in overweging worden genomen door patiënten op een zoutarm dieet.
In klinische studies waren de meest frequent gemelde bijwerkingen (meer dan 10%) vermoeidheid en hoofdpijn. Minder dan 1% van de patiënten die werden behandeld met ZEPATIER met of zonder RBV had ernstige bijwerkingen (buikpijn, transient ischemic attack en anemie). Minder dan 1% van de patiënten die werden behandeld met ZEPATIER met of zonder RBV stopte definitief met de behandeling als gevolg van bijwerkingen. De frequentie van ernstige bijwerkingen en stopzettingen als gevolg van bijwerkingen bij patiënten met gecompenseerde cirrose waren vergelijkbaar met die bij personen zonder cirrose.
Toen ZEPATIER werd onderzocht met RBV, waren de meest voorkomende bijwerkingen van ZEPATIER + RBV combinatietherapie consistent met het bekende veiligheidsprofiel van RBV.
Veel voorkomende (≥ 1/10) bijwerkingen vastgesteld met ZEPATIER, gebaseerd op samengevoegde gegevens van patiënten die gedurende 12 weken behandeld werden zonder RBV, omvatten hoofdpijn en vermoeidheid. Voorkomende (≥ 1/100 tot <1/10) bijwerkingen omvatten verminderde eetlust, slapeloosheid, angst, depressie, duizeligheid, misselijkheid, diarree, constipatie, pijn in de bovenbuik, buikpijn, droge mond, braken, jeuk, haaruitval, gewrichtspijn, myalgie, asthenie, prikkelbaarheid.
De voorkomende bijwerkingen moeheid, hoofdpijn en misselijkheid traden op met een vergelijkbare frequentie bij patiënten die met ZEPATIER of placebo behandeld werden.
Voor meer informatie kunt u terecht op http://ec.europa.eu/health/documents/community-register/2016/20160722135308/anx_135308_en.pdf.
MSD’s inzet voor HCV en toegang tot behandeling
MSD neemt al meer dan 30 jaar het voortouw bij de behandeling van chronische HCV-infectie, en wij blijven werken aan de vergroting van de wetenschappelijke kennis van deze belangrijke wereldwijde volksgezondheidsepidemie. MSD’s klinische ontwikkelingsprogramma’s voor chronische HCV omvatten al meer dan 135 klinische studies in ongeveer 40 landen, met bijna 10.000 deelnemers.
MSD vindt dat wetenschappelijke vooruitgang moet worden ondersteund door inzet voor verbetering van de toegang tot behandeling om een betekenisvol verschil te kunnen maken in het leven van patiënten. Hoewel de laatste innovaties in de behandeling van chronische HCV die de afgelopen jaren beschikbaar zijn gekomen, Europa een ongekende kans bieden om de last van HCV aanzienlijk te verminderen, blijft het een urgent medisch probleem. Naar schatting wordt in de grootste landen van Europa (Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk) op dit moment minder dan een op de vijf gediagnosticeerde chronische HCV-patiënten behandeld, terwijl er jaarlijks duizenden nieuwe gevallen bij komen. Als onderdeel van ons langdurige leiderschap in besmettelijke ziekten en onze ervaring in het leveren van marktspecifieke toegangsprogramma’s blijft MSD samenwerken met belanghebbenden om ervoor te zorgen dat ZEPATIER een optie is voor alle patiënten voor wie het is geïndiceerd. Wij geloven dat we samen het collectieve doel van het verminderen van de wereldwijde last van chronische HCV dichterbij kunnen brengen.
MSD
MSD is al meer dan 125 jaar wereldwijd leider op het gebied van gezondheidszorg en werkt mee aan een gezonde wereld. MSD is een handelsnaam van Merck & Co., Inc., NJ, VS. Met onze geneesmiddelen, vaccins, biologische therapieën en gezondheidsproducten voor dieren zetten wij ons in voor klanten in meer dan 140 landen om vernieuwende oplossingen voor de gezondheid te leveren. We zijn ook actief betrokken bij de verbetering van de toegang tot de gezondheidszorg. Dat doen we met veelomvattend beleid, programma’s en samenwerkingsverbanden.
Toekomstgerichte verklaring van Merck & Co., Inc., Kenilworth, N.J., VS
Dit persbericht van Merck & Co., Inc., Kenilworth, N.J., VS (de “Company”) bevat uitspraken met betrekking tot de toekomst (‘forward-looking statements’) in de zin van de ‘safe harbor’-bepalingen van de Amerikaanse Private Securities Litigation Reform Act uit 1995. Deze uitspraken zijn gebaseerd op huidige overtuigingen en verwachtingen van het management van het bedrijf en zijn onderhevig aan aanzienlijke risico’s en onzekerheden. Met betrekking tot producten in het ontwikkeltraject kan niet worden gegarandeerd dat de noodzakelijke reglementaire goedkeuring voor de producten zal worden verleend of dat de producten commercieel succesvol zullen zijn. Als de onderliggende aannames onjuist blijken te zijn, of risico’s of onzekerheden werkelijkheid worden, kunnen de werkelijke resultaten aanzienlijk afwijken van de resultaten die worden beschreven in de uitspraken met betrekking tot de toekomst.
Tot de risico’s en onzekerheden behoren, onder andere, de algemene omstandigheden en de concurrentie binnen de bedrijfstak; algemene economische factoren, met inbegrip van schommelingen in rentetarieven en wisselkoersen; de gevolgen van regulering van de farmaceutische industrie en de wetgeving op het gebied van de gezondheidszorg in de Verenigde Staten en daarbuiten; mondiale trends op het gebied van beheersing van de kosten van de gezondheidszorg; technologische vooruitgang, nieuwe producten en octrooien van concurrenten; uitdagingen die van nature zijn verbonden aan de ontwikkeling van nieuwe producten, inclusief het verkrijgen van goedkeuring van regulerende instanties; het vermogen van het bedrijf tot het nauwkeurig voorspellen van toekomstige marktomstandigheden; problemen en vertragingen bij de productie; financiële instabiliteit van internationale economieën en politieke instabiliteit; afhankelijkheid van de effectiviteit van de octrooien en andere voorzieningen van het bedrijf ter bescherming van innovatieve producten; en de blootstelling aan gerechtelijke processen, waaronder processen op het gebied van octrooirecht, en/of maatregelen van regelgevende instanties.
Het bedrijf verplicht zich niet om enige uitspraken met betrekking tot de toekomst publiek bij te werken als gevolg van nieuwe informatie, toekomstige gebeurtenissen of anderszins. Bijkomende factoren die ervoor kunnen zorgen dat de resultaten wezenlijk verschillen van die welke worden beschreven in de uitspraken met betrekking tot de toekomst, zijn te vinden in het jaarverslag van 2015 van het bedrijf op formulier 10-K en de andere deponeringen van het bedrijf bij de Securities and Exchange Commission (SEC), verkrijgbaar op de website van de SEC ( www.sec.gov).
# # #
Zie het Europese overzicht van productkenmerken voor ZEPATIER (elbasvir/grazoprevir) op http://ec.europa.eu/health/documents/community-register/2016/20160722135308/anx_135308_en.pdf .
Deze bekendmaking is officieel geldend in de originele brontaal. Vertalingen zijn slechts als leeshulp bedoeld en moeten worden vergeleken met de tekst in de brontaal, die als enige rechtsgeldig is.
Bekijk het oorspronkelijke bericht op businesswire.com: http://www.businesswire.com/news/home/20160730005012/nl/
Contacts
Merck
Media:
Pamela Eisele, +1 267 305 3558
of
Sarra Herzog, +1 201 669 6570
of
Beleggers:
Teri Loxam, +1 908 740 1986
of
Amy Klug, +1 908 740 1898